1148 21 DECEMBER 1931 huis is tot stand gekomen. Uit de aan den Raad overgelegde stukken bleek ten duidelijkste, dat de Directeur van het Slachthuis niet wist wat er gemaakt zou worden. Dit elkaar niet geheel begrijpen van en de onvoldoende samenwerking tusschen de directies kan onmogelijk in het gemeentebelang zijn, omdat het moet leiden tot vertraging en misverstand. Spr. dringt er bij het College van Burgemeester en Wet houders op aan, dit onderwerp nog eens nader te bestudeeren en zoo er aan de verhouding van de directies onderling scherpe kanten voorkomen, deze zooveel mogelijk weg te nemen. Voorts heeft Spr. nog een punt te behandelen, dat even min als het vorige nieuw is, namelijk de reis- en verblijfkosten van gemeentepersoneel. Bij het nazien van de gemeentereke ning is het meermalen opgevallen, dat er van uniformiteit in de declaraties geen sprake is. Een afdoende verbetering kan hier verkregen worden door het samenstellen van een goede regeling. Het antwoord van Burgemeester en Wethouders op de vraag, in het Centraal Rapport gesteld, bevredigt Spr, niet geheel, omdat het niet den indruk geeft, dat een zoodanige regeling er zal komen. Burgemeester en Wethouders ant woorden n.l., dat een en ander „zal worden overwogen Waar het Spr. bekend is, dat de geheele Raad naar een regeling van deze materie verlangt, komt het hem voor, een uitspraak te moeten uitlokken: hij stelt daarom de volgende motie voor: „De Raad der Gemeente BREDA, „overwegende, dat eene uniforme regeling in zake reis- en „verblijfkosten voor gemeente-personeel wenschelijk is, noo- „digt het College van Burgemeester en Wethouders uit, een „desbetreffend voorstel bij den Raad in te dienen en gaat „over tot de orde van den dag." De heer KROONE heeft bij de behandeling der vorige gemeentebegrooting gevraagd naar het verstrekken van ver ordeningen aan de raadsleden en meent die thans nogmaals

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1148