21 DECEMBER 1931 1149 te moeten doen. De raadsleden krijgen wel regelmatig de nieuwe verordeningen toegezonden, maar omdat zij de oudere, waaronder dikwijls de belangrijkste, niet bezitten, wordt het naslaan toch bemoeilijkt. Wel kan men ten Stadhuize steeds de gewenschte gegevens verkrijgen, maar Spr. is het door gebrek aan tijd niet mogelijk steeds weer naar het Stadhuis te loopen. Elet eenvoudigste komt hem voor, de oudere verordeningen te laten herdrukken en den raadsleden toe te zenden. De VOORZITTER wijst er op, dat ter Secretarie, alsook op de leeskamer voor de raadsleden, complete series veror deningen ter beschikking staan. De collectie van ieder raads lid completeeren uit den nog aanwezigen voorraad is niet mogelijk, zoodat tot herdrukken zou moeten worden overge gaan. Dit zou de gemeente echter veel geld kosten. Burge meester en Wethouders achten deze uitgaaf niet verant woord. Als de heer Kroone een bepaalde verordening wenscht te bezitten en men heeft er ter Secretarie nog exem plaren van voorhanden, dan zal hem die zeker worden ver strekt. Wat de samenwerking tusschen de diensten betreft, door den heer Haaiman naar voren gebracht, merkt Spr. op, dat er aan samenwerking altijd wel iets zal blijven haperen. De Directeuren zijn nu eenmaal geen heiligen. Maar het wil hem voorkomen', dat er geen reden tot klagen is; ook de heer Haaiman heeft geen belangrijke klachten geuit. Voor het opbreken van straten bestaat een behoorlijke regeling, die ook steeds wordt in acht genomen, terwijl de aanbouw van het wachtlokaal aan het Slachthuis geheel normaal verloopen is. Ook over de samenwerking tusschen het College en de direc teuren valt niet te klagen. Het spreekt vanzelf, dat er wel eens verschil van meening is, maar dat wettigt geenszins de veronderstelling, dat de verhouding niet goed zou zijn. De andere kwestie, door den heer Haaiman genoemd,' betrof de declaraties voor reis- en verblijfkosten van het ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1149