21 DECEMBER 1931
1151
werkzaamheden verschilt te zeer van anderen gemeente-arbeid
dan dat men de werkster met den normalen arbeider op één
lijn kan stellen. Echter, het schoonmaakwerk is er altijd ge
weest en zal ook wel altijd blijven bestaan, daarom zou Spr.
gaarne zien, dat er voor de werkvrouwen, die reeds, geruimen
tijd in dienst der gemeente zijn, iets werd gedaan, al is het
dan niet een vaste aanstelling, dan toch in den vorm van een
arbeidscontract, alleen ter betere bevestiging van hun ver
houding tot de gemeente. Spr. meent goed te doen, hierin een
uitspraak van den Raad te vragen en dient de volgende motie
in:
,,De Raad, gehoord de discussies, noodigt Burgemeester en
„Wethouders uit, zoo spoedig mogelijk te komen met een
„voorstel tot uniforme regeling van het dienstverband der
„schoonmaaksters, vast te leggen in een schriftelijk contract."
De VOORZITTER geeft in overweging, dit voorstel om
prae-advies in handen van Burgemeester en Wethouders te
stellen.
Daartoe wordt besloten.
Volgnummer 341, Druk- en bindwerk.
De heer HAALMAN verzoekt bij dezen post tegelijk iets
te mogen zeggen over post 346. Het is alweer geen nieuwe
wensch. Toch meent Spr. deze zaak nog even te moeten aan
roeren, omdat zij toch van wezenlijk belang te achten is. Het
betreft namelijk de samenstelling van de raadsnotulen. Met
alle waardeering voor degenen, die daaraan hun krachten
geven, meent Spr. toch, dat de notulen niet volledig zijn. In
de eerste plaats niet, omdat ze niet woordelijk het gesprokene
weergeven en in de tweede plaats, omdat vele raadsvoorstel
len en bijlagen daarin niet worden opgenomen. Het later na
slaan wordt hierdoor ten zeerste bemoeilijkt. Om zich volledig
te oriënteeren is men dan aangewezen op het Archief ten