21 DECEMBER 1931
1153
werd ingericht, waarin behalve eenige belangrijke werken
over staats- en gemeenterecht, woningbouw, enz. ook vak
bladen en periodieken als de „Gemeentestem" en „Gemeente,
belangen" zouden kunnen worden opgenomen. Men kan wel
zéggen: „Ga naar een openbare leeszaal", maar dit acht Spr.
niet juist. De openbare leeszalen zijn geen studiezalen voor
de raadsleden en bovendien, men moet een en ander bij de
hand hebben, als men in de Leeskamer ten Stadhuize de
stukken voor een vergadering komt inzien.
Spr. zou het zeer op prijs stellen, als Burgemeester en Wet.
houders aan dit onderwerp wat meer belangstelling zouden
schenken.
De VOORZITTER wil beginnen met de opmerking te
beantwoorden betreffende de raadsnotulen en een eventueel
gemeenteblad. Dat de notulen niet zouden voldoen, is nog
niet gebleken. Zelden, men kan wel zeggen, bijna nooit,
wordt er over de notulen een op- of aanmerking gemaakt.
Het wil Spr. dan ook voorkomen, dat de notulen niet het
minst door hun compacten vorm, geheel aan redelijke eischen
voldoen. De instelling van een gemeenteblad heeft bij het Col
lege onderwerp van bespreking uitgemaakt. Reeds dadelijk
zijn daarbij bezwaren naar voren gekomen, die niet zoo ge
makkelijk uit den weg zijn te ruimen. In de eerste plaats: de
groote kosten: Men mag die werkelijk niet onderschatten.
Voorts werd overwogen, dat een en ander ook weer een ver
meerdering van redactie-werkzaamheden voor de Secretarie
zou medebrengen. Tot een bepaald besluit is het College
echter nog niet gekomen. Te zijner tijd zal over deze zaak
noq wel een mededeeling aan den Raad worden gedaan.
De heer Haaiman heeft gevraagd naar een nieuw re
glement van orde voor den Raad. Aan dat verzoek zal wor
den voldaan; een concept is reeds zoo goed als gereed. Dat
Burgemeester en Wethouders niet eerder met een voorstel
zijn gekomen, vindt mede zijn oorzaak in de wijziging van
de Gemeentewet, die reeds lang verwacht, kort geleden is