1154 21 DECEMBER 1931 tot stand gekomen. Overigens vertrouwt Spr., dat de Raad hem het handhaven van de orde met het thans bestaande reglement niet moeilijk zal maken. Met betrekking tot het inrichten van een bibliotheek, meent Spr. te moeten opmerken, dat de Raad toch niet geheel zon der lectuur is. Meerdere boeken en periodieken, welke voor de Secretarie noodig zijn, kunnen de raadsleden op verzoek in de Leeskamer ter inzage bekomen. Het aantal periodieken zou wellicht iets zijn uit te breiden; het College wil dat gaarne eens nagaan. Van de boekerij is zulks echter moeilijk te beloven. Commentaren van de voor naamste wetten zijn aanwezig; wil men zich echter op het gebied van het administratieve recht gaan begeven, dan wordt de keuze van boeken zeer lastig, omdat dit gebied te uitge breid is. Verzoeken tot aanschaffing van bepaalde werken zijn bovendien niet bij Burgemeester en Wethouders inge komen. Spr. is het volstrekt niet eens met den heer Haai man, waar deze zegt, dat de raadsleden alle gewenschte gegevens ten Stadhuize moeten kunnen vinden. Waarom zou men niet profiteeren van de beide leeszalen, die toch uiteraard beter geoutilleerd zijn op het gebied der wetenschappelijke lectuur dan het Stadhuis. Ten slotte meent Spr. er nog op te moeten wijzen, dat men ook hier het kostenvraagstuk niet mag onderschatten. Goede boeken zijn zeer duur, zoodat het inrichten van een zeer bescheiden bibliotheek reeds belang rijke uitgaven zou vorderen. De posten 341 en 346 worden daarop onver anderd goedgekeurd en vastgesteld. Volgnummer 342. Onderhouden en schoonhouden van het gebouw of vertrek, bestemd voor de vergaderingen van den Raad en van Burgemeester en Wethouders en voor de Secretarie der gemeente. De heer MEIJVIS heeft, evenals het vorig jaar, gevraagd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1154