21 DECEMBER 1931 1155 de publieke tribune van zitplaatsen te doen voorzien. Ook toen antwoordden Burgemeester en Wethouders, dat dit was overwogen, doch dat de moeilijkheden nog niet tot oplossing waren gekomen. Spr. begrijpt dat niet. Er zouden met wat goeden wil toch gemakkelijk 35 zitplaatsen kunnen worden gemaakt. Dat men maar 35 menschen toelaat, terwijl er wel plaats is voor veel meer, acht Spr. al zeer ongewenscht, maar dat die 35 menschen uren achtereen moeten staan, noemt Spr. ongehoord. De Bredasche raadzaal zal op dit gebied wel een unicum in.den lande zijn. De VOORZITTER voert hiertegen aan, dat de moeilijk heden, waarop Burgemeester en Wethouders in de Memorie van Antwoord duiden, voornamelijk gelegen zijn in het feit, dat eventueele banken of stoelen amphitheatersgewijze zullen moeten worden geplaatst. Daardoor zal een soort ruimtever- lies ontstaan, zoodat men nog minder publiek zal kunnen toe laten dan thans. Er kan wel gemakkelijk één bank worden gemaakt, vooraan bij de balustrade, maar dat lost de kwestie maar ten deele op. Dat in deze raadzaal de tribune zooveel slechter zou zijn dan elders is onjuist; als voorbeeld wil Spr. slechts verwijzen naar het gebouw der Staten Generaal, 's Lands Raadzaal, waar ook op de publieke tribune geen zitplaatsen aanwezig zijn. De post wordt daarop onveranderd goedge keurd en vastgesteld. Volgnummer 376F. Kosten van onderhoud van het woonwagenkamp. De heer VAN BEDAF zegt, dat het hem is opgevallen, dat voor dien post ditmaal 200.— méér wordt geraamd. Met welke bedoeling Spr. kan zich niet voorstellen, dat dit bedrag voldoende is. De stal is veel te klein, nauwelijks vol doende voor de paarden van degenen, die regelmatig in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1155