1160 21 DECEMBER 1931 meermalen het verkeer over den Haagdijk zag, zou het er wel anders over denken. Daar de Haagdijk niet is aange wezen om op even en oneven dagen rechts en links te par keeren, zooals in sommige andere straten in de stad, komt het meermalen voor, dat op verschillende plaatsen de voer tuigen of auto's ongeveer tegenover elkaar staan. Daar tus- schen door moet dan het verkeer in beide richtingen; en daar komt nog bij de snelheid van 30 K.M. Men houdt zich het hart soms vast, als men zulks ziet. Dat er niet meer aan rijdingen gebeuren is een raadsel. Wanneer nu de parkeer- maatregel hier wordt toegepast is meteen de kwestie van het gevaarlijke punt TolbrugNieuweweg opgelost en ook van het niet minder gevaarlijke punt Prinsenkade Haagdijk. Ik wil toch het College aanraden aan deze kwestie eens zijn bijzondere aandacht te schenken. Hetzelfde geldt ook voor de Fellenoordstraat en de Nieuwe Huizen. Dit verkeer is volgens mijn meening beter van den Nieuwe Haagdijk door de Fellenoordstraat en van Fellenoordstraat door de Nieuwe Huizen te leiden. Ik hoop, dat deze maatregel, welke wordt overwogen, niet lang op zich zal laten wachten. Vervolgens zeggen Burgemeester en Wethouders; „Be zwaren tegen het gebruik van den openbaren weg bij het af leggen van vaardigheidsproeven bij chauffeursexamen zijn niet gebleken." Het is mij toch opgevallen, Mijnheer de Voor zitter, toen ik dezen zomer aan het wandelen was in de Burgemeester de Manlaan, in de omgeving van het Montens- park, dat daar, volgens mijn meening, wèl vaardigheids- proeven werden afgenomen; zulks bleek uit de commando's, welke door iemand werden gegeven, die op den openbaren weg stond, tegen een dame, die in een auto zat, namelijk: „stoppen", „achteruit- en vooruit-rijden", „vlug en langzaam keeren," enz. Ik geloof nu toch niet, dat daarvoor de open bare weg met zijn druk verkeer geschikt is. Ook is het niet veilig voor fietsers en wandelaars; vandaar dat ik ook deze vraag gesteld heb. Mogelijk kan ook daaraan weieens aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1160