21 DECEMBER 1931
1167
meer spoed mede werd betracht.
De VOORZITTER herinnert zich het stuk, waarop de
heer Haaiman doelt, en zegt toe, de zaak in overweging
te zullen nemen.
De post wordt hierop onveranderd goedgekeurd
en vastgesteld.
Volgnummer 387, Kosten van de Burgerwacht.
De heer VISSER ziet in de Burgerwacht eerder een ge
vaar dan een geruststelling voor de burgerij. In wezen is
het niet anders dan de bewapening van het eene deel der
bevolking tegen het andere. De voorstanders ervan beroepen
zich op de noodzaak van handhaving der maatschappelijke
orde; Spr. zou liever willen zeggen: de maatschappelijke wan
orde. Echter, als de orde daadwerkelijk gehandhaafd zal
moeten worden, heeft men te Breda zeker geen Burgerwacht
daarvoor noodig. Men kan dan immers, buiten het politie
corps nog beschikken over infanterie, cavalerie, artillerie en
maréchaussee. Het wil Spr. dan ook voorkomen, dat de
Burgerwacht geheel overbodig is. Of wil men er misschien
een staaltje van bolsjewistische taktiek mee leveren? De
vreedzame politieke strijd der kiesvereenigingen kan door de
Burgerwacht een strijd met geweld worden. Bij de laatste
verkiezingen is door de communisten alhier geen candidaat
gesteld. Dit wijst er op, dat het aantal aanhangers van het
communisme te Breda maar zeer gering is, zoodat wandaden
van die zijde niet zijn te verwachten. Ook van Spr.'s partij
is geen geweld te verwachten, want haar strijd is een strijd
zonder de wapenen der barbaren", een strijd alleen op eco
nomisch terrein.
De Burgerwacht, opgericht na November 1918, na de zoo
genaamde „vergissing" van Troelstra, is volgens Spr. een nog
veel grootere vergissing. Want, mocht het eenmaal tot bur-