1170 21 DECEMBER 1931 herinneren aan wat zich in 1914 bij de mobilisatie heeft af gespeeld. Hadden toen de vakvereenigingen niet geholpen om de distributie van levensmiddelen, de gasvoorziening, de steunverleening, enz., door plotseling vertrek van t.alrijke mannen uit het normale verband gerukt, weder te organi- seeren, dan was er zeker een paniek onder de bevolking uit gebroken. Alles wat de nieuwe economische afdeeling van de Bur gerwacht nu van plan is, hebben de vakvereenigingen in 1914 al gedaan en dat zullen ze zeker, indien noodig, weer en beter dan de Burgerwacht doen. Voorts acht Spr. het zeer gevaarlijk aan de burgers wapens uit te deelen, omdat men er nooit zeker van kan zijn, dat die wapens in goede handen komen. De feiten zullen te zijner tijd misschien nog aantoonen, dat de wapens niet gebruikt worden tegen degenen, waartegen ze aanvankelijk waren bedoeld. Vooral in de tegenwoordige tijdsomstandigheden moet men met wapens uiterst voorzichtig zijn. De heer HAALMAN zegt, niet te kunnen verhinderen, dat de Raad de 200,extra voor de economische afdeeling zal toestaan. Echter aan de opmerking van den Voor zitter, dat door het bestaan van de Burgerwacht een uit breiding van het politiecorps wordt voorkomen, wil hij nog eenige woorden wijden, omdat die stelling hem volstrekt on juist voorkomt. Burgers mogen en kunnen geen politiewerk doen. Als het politiecorps niet voldoende sterk is, zal de Bur gemeester zich tot den Raad hebben te wenden om uitbrei ding te verkrijgen. Als er goede gronden aanwezig zijn, zal de Raad zeker niet schromen, aan een dergelijk voorstel zijn goedkeuring te hechten. Ten slotte raadt Spr. aan, op deze nieuwe hulpbrigade goed acht te geven. Het zou wel eens kunnen zijn, dat zij ontaardt in een soort onderkruipers-brigade. Spr. vraagt stemming -over volgnummer 387,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1170