21 DECEMBER 1931 1173 De heer VISSER vestigt er de aandacht op, dat het op den Terheijdenscheweg en op het kruispunt van de Mauritsstraat gevaarlijk donker is en verzoekt door het plaatsen van een booglamp en zoonoodig een vluchtheuvel, verbetering aan te brengen. De VOORZITTER zegt toe, aan deze zaak aandacht te zullen besteden. De heer LOONEN wil er even zijn voldoening over uit spreken, dat de lantaarn aan de Havermarkt, waarnaar door hem reeds eerder werd gevraagd, juist vandaag herplaatst is. De heer CRUL heeft op zijn vraag in het Centraal Rap port, betreffende de verlichting van de Tuinbouwlaan geen antwoord ontvangen. In de Tuinbouwlaan, die geheel be woond is, vindt men slechts één lantaarn. Dat steekt wel heel ongunstig af bij de Loopschansstraat, waar slechts een tiental huizen bewoond is, doch waar 4 lantaarns den geheelen nacht door branden. De VOORZITTER zegt, dat zelfs is overwogen, die ééne lantaarn ook nog weg te nemen. Zoolang de Tuinbouwlaan particulier terrein is, behoeft de gemeente niet voor verlich ting te zorgen. Van uitbreiding der verlichting kan dus ook onder deze omstandigheden geen sprake zijn. De heer KUIJLAARS vestigt nog de aandacht op de slechte verlichting van den weg naar Terheijden en van bet Kadijkje. Burgemeester en Wethouders zeggen wel, dat er van den weg naar Terheijden geen lantaarns zijn wegge nomen, maar dat is niet juist. Vroeger, d.w.z. onder Tete- ringsch bestuur, brandden daar eenige petroleumlampenhet was wel een primitieve verlichting, maar toch beter dan niets. Wethouder ESBACH memoreert nog even, dat Burge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1173