1184
21 DECEMBER 1931
zich bij vraagstukken als deze niet instellen op tijdelijke om
standigheden, doch moet bedenken, dat, als men wil bouwen,
men ook een woning moet bouwen, die minstens 50 jaar
goed mee kan.
Zooals reeds bij vele onderwerpen tijdens de debatten ge
zegd is, geldt ook voor de sport- en speelterreinen: „Eerst
het noodige, dan het nuttige en dan het aangename!"
Omdat er vele zaken zijn, die noodiger zijn, is men aan
het aanleggen van sportvelden nog niet kunnen toekomen.
Bovendien is het tijdstip ervoor thans wel zeer ongunstig, af
gezien van de crisisomstandigheden. In Ginneken is nog niet
lang geleden een groot sportcomplex ingericht met wieler
baan enz., de voetbalvereeniging N.A.C. heeft Breda ver
laten, zoodat het waarschijnlijk zeer moeilijk zal zijn, nieuwe
terreinen eenigszins rendabel te maken.
Dat de aanleg van sport- of speelterreinen een goed object
voor de werkverschaffing zou zijn, meent Spr. ook te moeten
betwijfelen; daarvoor is er te weinig aan een terrein te doen;
er zitten niet veel loonkosten in. Waar de gemeente toch de
sportliefhebbers niet geheel in den steek laat, getuige het
onderhouden sportcomplex in de Boeimeer, zou Spr. den
Raad willen adviseeren, met het aanleggen van groote ter
reinen nog wat te wachten.
De heer HAALMAN zegt al vooruit te hebben geweten,
dat men hem de slechte tijdsomstandigheden zou noemen als
oorzaak van het uitblijven van vele plannen. Hoewel Spr. de
kradht van dit argument niet geheel wil ontkennen, meent hij
er toch geen reden in te moeten zien om allies maar af te
wimpelen. Voor Spr. staat het vast, dat er nog behoefte is
aan goedkoope arbeiderswoningen. Geenszins bedoelt Spr.
met goedkoope woningen een minderwaardig soort, dat over
eenige jaren aan reparatie enz. veel geld zou gaan kosten,
maar, het is integendeel de bedoeling degelijke, practische
arbeiderswoningen te bouwen voor zoo weinig mogelijk geld
en die tegen redelijken prijs te verhuren.