1196 23 DECEMBER 1931 nen nemen en dan zal de zaak te zijner tijd aan den Raad worden voorgelegd. De heer KUIJLAARS zegt, naar aanleiding van de ver klaring van den heer Van Mierlo dat het in de be doeling ligt het scheepvaartverkeer meer en meer naar de Belcrumhaven over te brengen dat de aan den Tramsingel gevestigde industrieën daarmede niet gebaat zijn. Spr. neemt gaarne aan, dat het vraagstuk van de verbetering van den Tramsingel moeilijk op te lossen is, maar hij zou toch willen vragen, of er nu geen eenvoudige beschoeiing zou kunnen worden aangebracht. Is dat niet mogelijk, dan verzoekt Spr. om door het plaatsen van borden eenigszins te voorzien in de regeling van het verkeer. De algemeene beschouwingen over dit hoofd stuk zijn hiermede geëindigd. Volgnummer 40a. Staangelden ter gelegenheid van de kermis enz. De heer CRUL meent uit het antwoord van Burgemeester en Wethouders op zijn vraag betreffende het bekorten van den duur der kermis, gesteld in het Centraal Rapport, te mogen afleiden, dat zij niet geheel afwijzend daartegenover staan. Het is niet Spr.'s bedoeling thans over deze kwestie een debat uit te lokken, maar hij zou het toch gaarne daar heen geleid willen zien, dat de duur van de kermis werd bekort, aangezien zij feitelijk overbodig is geworden. Vroeger was de kermis voor het volk de eenige ontspanningsgelegen heid in het geheele jaar, terwijl het nu, bij wijze van spreken, eiken dag kermis is. Spr. zou daarom den duur van de kermis willen zien teruggebracht tot 5 dagen. In Tilburg is dat ook zoo geregeld en in Zeeland duurt de kermis nergens 8 dagen. Spr. acht dit ook beter met het oog op de groote gezinnen. Deze komen nu in de verleiding uitgaven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1196