1198
23 DECEMBER 1931
plegen met de vereenigingen van kermisvakgenooten. Daarbij
zullen de opmerkingen, welke hier gemaakt zijn, door Bur
gemeester en Wethouders ter harte worden genomen.
De post wordt hierop onveranderd goedgekeurd
en vastgesteld.
Volgnummer 458. Onderhoud van wegen en voetpaden.
De heer BROOS zou gaarne zien, dat het pad aan den
Tramsingel werd in orde gebracht als rijwielpad en als zoo
danig werd aangewezen. Spr. vraagt, of daartegen bezwaar
bestaat.
Verder zegt Spr. het volgende:
Op de vraag in het Centraal Rapport, betreffende ver
betering van de Heidestraat, antwoorden Burgemeester en
Wethouders: ,,De Heidestraat wordt door koolasch-storting
,,en -inwalsing zoo goed mogelijk berijd- en begaanbaar ge-
.houden. Deze straat verkeert, voor zoover zulks met deze
.jhulpmiddelen mogelijk is, in voldoenden onderhoudstoe-
stand."
Mijnheer de Voorzitter, gaarne wil ik erkennen, dat, na de
koolasch-storting van enkele weken geleden en tengevolge
van het droge najaar, deze straat niet in een bijzonder slech
ten toestand verkeert. Nu waren er echter in die straat, toen
zij nog tot het grondgebied van Princenhage behoorde, twee
beschermde voetpaden, elk afgezet met houten palen, waar
van er nu aan de eene zijde nog slechts één staat en aan de
andere zijde nog maar drie aanwezig zijn. Daardoor wordt
die straat bij regenachtig weer thans over haar geheele
breedte stuk gereden en zoo gebeurde het mij den vorigen
winter, dat ik, toen ik daar iemand moest passeeren, het
niet goed wist aan te leggen om niet in de modder te trappen.
En al moet ik dankbaar erkennen, dat het gemeentebestuur
van Breda in de laatste jaren veel voor bestrating en riolee-
ring heeft gedaan, niet alleen in de straten, waar meer ge-