U
119.
23 FEBRUARI 1931.
„aangehouden voorstel, onder de veranderde omstandigheden,
„nog eens onder oogen worden gezien.
„Het voorstel van den heer Haaiman sluit in, verlaging
„van den waterprijs en heeft derhalve vermindering van de
„inkomsten van het bedrijf tengevolge. Werd in ons vorig
„prae-advies reeds gezegd, dat er in de eerste jaren geen
„of een zeer bescheiden winst van het waterleidingbedrijf te
„wachten valt, thans, nu het winstcijfer van het jaar 1929
„bekend is, kan met gerustheid van een zeer bescheiden
„winst worden gesproken. In vorige jaren toch werd op het
„waterleidingbedrijf een winst gemaakt van ruim f 30.000,
„Voor 1931 is deze winst geraamd op VIERDUIZEND
„VIJF HONDERD GULDEN. Deze winst is gezien de
„uitgaven van het bedrijf zeer bescheiden te noemen.
„Uit een oogpunt van bedrijfszekerheid is het daarom niet
„aan te bevelen thans maatregelen te nemen, welke tot ver
hindering der ontvangsten leiden. Bovendien komt het ons
„voor, dat de feiten het niet noodzakelijk maken, een maat
regel als is voorgesteld, welke in elk geval eenige duizenden
„guldens zal kosten, te nemen. Tevens geldt nog ons bezwaar,
„dat de mindere betaling voor het water (mede door hen,
„voor wie dat niet bedoeld isj niet mag worden onderschat,
„terwijl de maatregel ten behoeve van hen, voor wie hij wel
„bedoeld is, van zeer geringe beteekenis is en waterverspilling
„in de hand kan werken.
„Om bovenstaande redenen moeten wij ook thans de aan-
„neming van het voorstel van den heer Haaiman ten
„sterkste ontraden."
De heer HAALMAN is door het prae-advies van Burge
meester en Wethouders niet bevredigd. Spr. zal nog weer
eens zijn voorstel verdedigen, ofschoon hij zich niet vleit
met de hoop, dat zulks zal baten, want als Burgemeester
en Wethouders hun veto over een voorstel hebben uitge
sproken, bestaat er in dezen Raad geringe kans op aanne
ming daarvanuit het Nazareth der S.D.A.P. kan nu een-