23 DECEMBER 1931
1207
banken alleen beperken; er moet bijna altijd een lichtje bij.
Dit neemt evenwel niet weg, dat de zaak overwogen zal
worden.
De heer HAALMAN brengt in herinnering, dat de door
den Directeur der Beplantingen te betalen vergoeding voor
het gebruik van zijn ambtswoning hier eenigen tijd geleden
een punt van uitvoerige bespreking heeft uitgemaakt. Nu
zeggen Burgemeester en Wethouders in hun Memorie van
Antwoord, dat zij met eenige leden van den Raad van oor
deel zijn, dat die zaak is afgedaan. Spr. en zijn fractiege-
nooten zijn het daarmede niet eens. Het prae-advies van Bur
gemeester en Wethouders, waarin werd erkend, dat de toe
gepaste korting steeds onjuist was geweest, is indertijd aan
genomen. Zij hebben daarvoor gestemd, omdat de zaak,
waarom het daarbij ging, inderdaad tot de competentie van
Burgemeester en Wethouders behoorde. Maar, wanneer men,
zooals Burgemeester en Wethouders, het standpunt inneemt,
dat de toegepaste korting steeds onjuist is geweest, dan
is het toch een onomstootelijk feit, dat men in dit geval zeven
jaar te laat met de juiste toepassing van de betrekkelijke
verordening is gekomen. Van coulantie kan in deze geen
sprake zijneen verordening is bindend. Er zit dus niets
anders op dan dit tekort over zeven jaren alsnog in te vor
deren en te verhalen op den functionaris in kwestie of op
Burgemeester en Wethouders, niet op den Raad, want deze
is niet aansprakelijk voor de toepassing van verordeningen,
welke door den wetgever uitdrukkelijk aan Burgemeester en
Wethouders is opgedragen. Spr. stelt derhalve voor, op deze
begrooting onder de inkomsten een post te brengen van
7 X 325,2275,wegens te weinig ontvangen ver
goeding voor het gebruik van ambtswoning van den directeur
der Beplantingen, later kan dan worden nagegaan, of dit
bedrag verhaald moet worden op den Directeur der Beplan
tingen of op Burgemeester en Wethouders.