1208 23 DECEMBER 1931 De heer GRUIJS dringt er op aan, de wijze van adminis- treeren te veranderen; de vergoeding voor ambtswoning moet onder de inkomsten gebracht worden en niet eerst van het salaris van den directeur worden afgetrokken. Men kan anders niet uit de cijfers wijs worden. De heer KROONE is het niet met den heer H a a 1 in a n eens. Men is reeds zóó streng tegen den Directeur opge treden door hem een hoogere vergoeding voor het gebruik van zijn ambtswoning in rekening te brengen, tengevolge waarvan de hem toegekende salarisverhooging vrijwel illusoir geworden is, dat men het nu niet nog erger maken moet. Spr. zou den Directeur liever een vergoeding zien toegekend voor het gebruik van een kamer zijner ambts woning als kantoor. De heer BROOS zegt het volgende: In het Centraal Rapport dringen meerdere leden er op aan, dat Burgemeester en Wethouders hun verklaring om trent de verordening op de huur van ambtswoningen zullen herzien ten opzichte van den Directeur der Beplantingen en aan dezen functionaris zullen geven, wat hem rechtens toe komt. Andere leden zijn van oordeel, dat in deze zaak het laatste woord reeds gesproken is, waarmede Burgemeester en Wethouders het blijkens hun Memorie van Antwoord eens zijn. Daar er nu wel geen verschil van meening zal bestaan over het bepaalde in art. 209 van de Gemeentewet, waarbij het uitvoeren van raadsbesluiten aan Burgemeester en Wet houders is opgedragen, zullen de „meerdere leden", in het Centraal Rapport genoemd, wel van meening zijn, dat Bur gemeester en Wethouders aan de bedoelde verordening een verkeerde interpretatie hebben gegeven. Doch m.i. kan van Burgemeester en Wethouders bezwaarlijk worden verwacht, dat zij zullen terugkomen op den door hen aan die veror dening gegeven uitleg, waartoe zij meenen naar beste weten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1208