1216
23 DECEMBER 1931
Spr. zal verder niet op de zaak ingaan; het is toch ieder
jaar weer hetzelfde liedje. Alleen wil hij nog nadrukkelijk
verklaren, dat de voorstelling van den heer Haaiman, dat
de R. K. raadsfractie het openbaar onderwijs niet goed ge
zind zou zijn, onjuist is.
De heer GRUIJS heeft er in het Centraal Rapport op
aangedrongen, de aanslagbiljetten betreffende het schoolgeld
tijdiger uit te reiken. Burgemeester en Wethouders hebben
daarop geantwoord, dat die uitreiking wordt vertraagd, door
dat bij de vaststelling der aanslagen gewacht moet worden
op de kohieren der Rijksinkomstenbelasting. Welnu, zegt
Spr., waarom dan de verordening niet op dit punt gewijzigd
en den aanslag zoonoodig gebaseerd op het kohier van het
vorig jaar.
De heer ELICH heeft met genoegen vernomen, dat Bur
gemeester en Wdthouders niet afwijzend staan tegenover
film-nakeuring. Spr. heeft aan hetgeen zijn fractiegenoot, de
heer Van de Ven, bij de algemeene beschouwingen hier
over gezegd heeft niets toe te voegen. Hij kan daarom vol
staan met aan te dringen op het spoedig uitbrengen van
prae-advies over deze aangelegenheid.
De VOORZITTER merkt op, dat de Raad reeds twee
maal afwijzend heeft beschikt op een verzoek om oprichting
eener openbare bewaarschool. Sindsdien bereikt het Col
lege, behalve van de zijde van den heer Haaiman, geen
aandrang tot het instellen van openbaar bewaarschool-
onderwijs, zoodat Burgemeester en Wethouders niet vol
doende reden aanwezig achten om daartoe stappen te doen.
De opmerking van den heer B r a n t j e s is volkomen juist:
Als de heer Haaiman c.s. een bewaarschool willen op
richten, dan staat hun dat vrij; aan de verordening zal dan
moeten worden getoetst, of subsidiëering mogelijk is. Wat
de school-Boschstraat betreft, deze heeft inderdaad vele ge-