23 DECEMBER 1931 1217 breken. Indien er dan ook geld te besteden viel, dan zou die school daarvoor in de eerste plaats in aanmerking komen, ook omdat daarin is gevestigd de Handelsavondschool, welke steeds in beteekenis toeneemt. Maar, voor de school- Boschstraat geldt hetzelfde als voor de bijzondere school aan de St. Janstraat: men kan niet volstaan met het aanbrengen van partieele verbeteringen. Men zal daarom in de tegen woordige tijdsomstandigheden van vernieuwing moeten af zien. Ten slotte zijn de gebreken nu niet zóó groot, dat beide schoolgebouwen niet nog eenige jaren bruikbaar zijn tot er een betere tijd aanbreekt. Het goede effect van het onderwijs wordt overal bereikt men zie slechts naar de Handels avondschool al zou het natuurlijk wenschelijk zijn hier en daar verbeteringen aan te brengen. Onder de bijzondere scholen zijn er echter ook, die te wenschen overlaten. Voor de oprichting van een vierde openbare lagere school schrikken Burgemeester en Wethouders terug. Nog nimmer is gebleken, dat zij inderdaad noodig is. De toevloed van leerlingen aan de school-Keizerstraat is daarvoor geen be wijs; ieder wil natuurlijk liever naar een modern ingerichte school, zooals die aan de Keizerstraat. Door verdeeling der kinderen over de drie openbare scholen hebben Burgemeester en Wethouders echter nog steeds ieder kunnen helpen, zonder dat zich daarbij moeilijkheden hebben voorgedaan. De heer HAALMAN zegt, dat, als hij den Voorzitter goed beluisterd heeft, hij tot de conclusie komt, dat hetgeen hij vorige jaren gezegd heeft, toch niet geheel en al zonder effect gebleven is. Hij heeft ten minste met genoegen ge hoord, dat het eenig bezwaar tegen de vernieuwing van de school-Boschstraat wordt gevormd door de omstandigheden van het oogenblik. Spr. hoopt van ganscher harte, dat die omstandigheden zich spoedig zullen wijzigen en dat de Voor zitter dan zijn woord zal inlossen. Als men zou overgaan tot de oprichting van een geheel nieuwe school, dan zou die het best in de omgeving van den Wilhelminasingel,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1217