23 DECEMBER 1931 1221 beschikking gesteld en deze zijn nu over diverse liefdadig heidsverenigingen verdeeld, De steunverleening is dus in goede handen en er is alzoo geen reden om een post voor dit doel uit te trekken. Men moet hierbij wel in aanmerking nemen, dat het instituut „schoolvoeding en -kleeding'' vroeger meer reden van bestaan had dan tegenwoordig, nu er aller- wege doeltreffende regelingen bestaan, waardoor ieder, die het werkelijk noodig heeft, gesteund wordt. De heer COHEN geeft toe, dat schoolvoeding en -kleeding vroeger meer noodig was dan nu. Ook is hij het er volkomen mede eens, dat in de eerste plaats de ouders voor hun kin deren hebben te zorgen, maar daarin kunnen zij nu, tenge volge van de bijzondere tijdsomstandigheden, weieens te kort schieten; immers, de steunuitkeeringen zijn gebonden aan een maximum, waardoor ze veelal niet voldoende zijn. Particu liere vereenigingen en crisis-com.ité's kunnen volgens Spr. uit eigen middelen niet in voldoende mate. in de nooden voorzien. Daarom moet zA. de Overheid zijn aandacht aan de voeding en kleeding der schoolkinderen wijden. Het is van groot belang, dat de kinderen goed gevoed worden, daar zij anders niet met hun volle aandacht bij de les kunnen zijn. Indien het Gemeentebestuur niet zelf de zaak ter hand wil nemen, laat het dan eens in overleg treden met particuliere vereenigingen. Hetgeen deze op dit gebied verrichten, is wellicht door middel van subsidiëering van gemeentewege te verbeteren. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethou ders deze aangelegenheid in de eerste plaats beschouwen van particulieren kant en pas in de tweede plaats van gemeen telijk standpunt. Zij zijn van meening, dat er op het oogen- blik genoeg gedaan wordt voor de behoeftige gezinnenhet Gemeentebestuur staat daarvoor in betrekking tot liefdadig- heidsvereenigingen en daarnaast wordt nog steun van over heidswege verstrekt. De zaak heeft de aandacht van het College.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1221