23 DECEMBER 1931
1231
De heer VAN BED AF zal gaarne worden ingelicht over de
wijze, waarop wordt uitgemaakt, of iemand min- dan wel on
vermogend is tot betaling van de verpleegkosten in zieken
huizen. Gelden daarbij nog andere factoren dan het belasting
biljet, vraagt Spr. Hij heeft van iemand gehoord, die
aanvankelijk een bijdrage moest betalen van 1.per week,
doch later geheel was vrijgesteld. Wordt daarbij een bepaald
systeem gevolgd? Spr. kan dat niet in de betreffende ver
ordening vinden.
Wethouder VAN MIERLO antwoordt hierop, dat de
heer Van Bedaf de verordening dan toch niet goed ge
lezen heeft, want daarin wordt gezegd, dat het gezamenlijk
gezinsinkomen basis is voor de berekening van de bijdrage.
Spr. verklaart, dat de economische omstandigheden van ver
zoekers steeds zeer nauwkeurig worden nagegaan en dat daarbij
de meest uiteenloopende factoren worden in acht genomen.
Als voorbeeld geeft Spr. aan, dat er weieens een aanvrage
ontvangen is van het hoofd van een gezin met 3 kinderen,
met een gezamenlijk inkomen van 32.per week. Deze
man zou dus volgens de verordening voor een bijdrage der
gemeente in aanmerking komen. Bij onderzoek bleek echter,
dat hij eigenaar was van een geheel onbelast woonhuis. Met
de inkomsten uit deze bezitting was het week-inkomen veel
hooger dan 32.zoodat de man niet voor verpleging van
gemeentewege in aanmerking kon komen.
Thans acht Spr. het noodig, nog even terug te komen op
hetgeen Vrijdagmiddag gezegd is over de verpleging in het
St. Ignatiusziekenhuis. Uit eerbied, verschuldigd aan over
ledenen, had men beter gedaan, over deze zaak te zwijgen,
omdat zij zich voor een politiek debat in 't geheel niet leent.
Gezien het teere, wat er in deze kwestie is, n.l. de overleden
echtgenoote van één der hier aanwezigen kwam hier in het
geding, wil Spr. deze niet aan de publieke belangstelling prijs
geven. Bovendien is door artikelen in de pers uitgekomen,
dat de zaak, op zijn zachtst gezegd, niet met de noodige