23 DECEMBER 1931 1235 teur mag worden gesproken over het uitoefenen van geeste lijken druk op de patiënten van het St. Ignatiusziekenhuis. Persoonlijk heeft Spr. dan ook niet gevraagd om daartegen beschermd te worden. Uit deze heele zaak is niet anders te concludeeren, dan dat ten spoedigste de oprichting van een gemeentelijk ziekenhuis gewenscht is. Wethouder VAN MIERLO antwoordt den heer Van Houten, dat, waar indertijd door Burgemeester en Wet houders gezegd is, dat men geen zeggingschap had over de interne regels van het R.K, Ziekenhuis, alleen bedoeld was, de kwestie van de lectuur. Men kan dat nog in de notulen terugvinden. Maar klachten over voeding, geestelijk geweld e.d. behooren wèl bij Burgemeester en Wethouders te worden aangebracht. De gemeente betaalt een goeden verpleegprijs, zoodat de behandeling ook goed behoort te zijn. Hieraan twijfelt Spr. ook in geen enkel opzicht. Gaarne zal Spr. den heer Cohen uitnoodigen tot een conferentie, waarbij ook de Directeur van den Geneeskun digen Dienst tegenwoordig zal zijn. Den heer Van Houten verzoekt Spr. ten slotte, de hier geuite klachten schriftelijk bij het College van Burge meester en Wethouders in te dienen. De heer VAN BEDAF geeft nog als zijn meening te kennen, dat het bezit van een eigen huis moeilijk een factor kan zijn bij het bepalen van het inkomen van on- of min vermogenden. Hoofdstuk IX wordt daarop onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. De Hoofdstukken X (Landbouw) en XI (Handel en Nijverheid) worden zonder eenige bedenking ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1235