De VOORZITTER zegt,dat al mag de heer Zylmans ontkennen,dat het hier om den persoon van den heer Van Koolwyk gaat,zyn buurman en par- tygenoot,de heer Van Veen,daar anders over denkt.Deze im mers wil het salaris van den directeur der Beplantingen verhoogen,wegens den byzonderen aesthetischen aanleg,wel ken de heer Van Koolwyk bezitSpr.vindt dit iets funeèts; men moet by de beoordeeling van het salaris het gewicht van de functie,niet den persoon in aanmerking nemen. De heer Gruys heeft zeer terecht de emolumenten,welke aan deze functie verbonden zyn,in het geding gebracht. (aan/ Wat het geven van adviezenVen het maken van plannen voor particulieren betreftdaarvan is B.en W.maar één geval ter oore gekomen,namelyk een plan voor aanleg van de Gin- nekensche wielerbaan.Het College heeft er den heer Van Koolwyk op gewezen,dat hy zulks zonder toestemming van B.en W.niet doen mocht.De Directeur heeft daarop vergun ning gevraagd en deze is hem toen verleend,doch B.en W. zyn in het algemeen tegen dergelyk bywerk gekant. Nu men toch in besloten vergadering bjieen is,wril Spr. wel bekennen,dat het hem onaangenaam getroffen heeft,dat de heer Van Koolwyk op eigen gelegenheid,achter den rug van B.en W.om,hun prae-advies is gaan bestryden.Spr.vindt dat niet fair. De heer VAN DE VEN wil de verdere behandeling van deze zaak aanhouden om een onderzoek te laten instellen naar de juistheid van de opgaven omtrent het los personeel,welke door den heer Zylmans zyn medegedeeld,al moet Sprerkennen,dat het aan tal ondergeschikten geen criterium behoort te zyn voor het bepalen van het salaris van den chef. De VOORZITTER antwoordt,dat die opgaven in deze niet de minste beteekenis heb ben, aangezien de werkverschaffing hierby niet in het ge ding mag worden gebracht.Immers,men weet niet,hoe het met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1244