De heer HAALMAN herinnert aan het feit,dat er aanvankelyk plannen in den lande bestonden om den Tiendaagschen Veldtocht officieel De VOORZITTER zegt,dat zulks niet mogelyk is,aangezien de plechtigheid vermoe- delyk reeds op 8 September a.s.zal plaats hebben. De heer COHEN dringt eveneens aan op openbare behandeling van deze aangelegen- heid. De VOORZITTER zegt,dat door openbare behandeling deze aangelegenheid juist in een richting wordt gestuurd,welke ongewenscht is. Spr.neemt aan,datvde meerderheid van den Raad zich dus met het plan kan vereenigen.Hy kan nog mededee- len,dat de plechtigheid een zoo eenvoudig mogelyk karakter zal dragen. De heeren Van Bedaf,Cohen,Gruys,Haaiman,Van Houten en Meyvis wenschen aantee- kening in de notulen,dat zy hiertegen zyn. De vergadering wordt hierop door den VOORZITTER geslotën. te herdenken.Men heeft by nader inzien daarvan afge zien,hetgeen Spr.ten zeerste toejuicht.En nu zou hy het onjuist vinden,als het Gemeentebestuur van Breda besloot zulks toch te doen.Als men van particuliere zyde dien gedenksteen wenscht aan te brengen,heeft Spr.daar niets op tegen,maar,als de meerderheid van den Raad er mede mocht instemmen,dat zulks op offi- cieele wyze geschiedt,dan stelt hy er prys op,dat in de notulen wordt aangeteekend,dat hy en zyn fractie- genooten daartegen zyn.In elk geval wenscht hy deze zaak in openbare vergadering te zien behandeld en in stemming gebracht. Spr .geef t derhalve in overv/eging de beslissing hierover uit te stellen tot de volgen de openbare vergadering van den Raad. De Secretaris, De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1247