23 FEBRUARI 1931
127
ik zal gaan
te kunnen
li Kers daartoe
waterverbruik
daar gaat het
aak gestreden
zegt Spr.,
de beter
hebben, ook
noemt Spr.
Gemeente
mi de abon-
maken van
dhaven.
ikking „piet-
dediging van
ouders door
voorstelling
tot tegen-
imelijk voort
ier gemeente
mede werd
Ier geeft het
jrkomen, dat
uik van 40
ïen recht op
elfde is.
ng van
het
r per M3 te
bruikers dan
Zoo ja, dan
zal dat voor vele klein-behuisden voor wie het abonne
mentsgeld thans f4,bedraagt, waarvoor ook 40 M3. water
per jaar wordt verstrekt veel onvoordeeliger zijn. Het be
zwaar, dat men moet betalen voor iets, dat men niet heeft
verbruikt, treft men bij ieder abonnement aan wanneer men
zich abonneert, weet men dat te voren.
De heeren Schrauwen en Haaiman kunnen niet
inzien, dat er aan de voorgestelde regeling administratieve
bezwaren zouden zijn verbonden. De driemaandelijksche
meteropneming is, zooals reeds gezegd, juist wenschelijk met
het oog op controle van lekkage en miswijzing van den
meter; een controle om het halfjaar is daarom zeer be
zwaarlijk.
De heer Haaiman heeft verder gezegd, dat Spr. wel
niet zal durven beweren, dat de voor 1930 geraamde winst
niet overschreden zal worden. Spr. is niet zoo vrij in zijn
woorden als de heer Haaiman. Het zal dan ook niemand
verwonderen, dat hij geen stellige beweringen betreffende
begroote winstcijfers doet.
Het aantal beter-gesitueerden, dat van de voorgestelde
regeling zou profiteeren is juist omdat nog zoo velen
over regen- en welputten beschikken grooter dan men wel
zou denken. Spr.'s argument te dien opzichte is derhalve
geenszins „pietluttig". Naar aanleiding van de bedekte toe
speling van den heer Haaiman op de mogelijkheid, dat
de waterverbruikers in de wintermaanden de waterkraan
zouden kunnen openzetten tot zij aan het verplichte
minimum-verbruik van 10 M3. toe zijn, zegt Spr., dat
daarvan het gevolg zou zijn, dat de waterprijzen omhoog
moesten gaan.
De heer VAN VEEN zegt, dat de Wethouder hem blijk
baar niet heeft begrepen. Spr.'s geheele bedoeling toch is
om de onbillijkheid weg te nemen, die er ligt in de betaling
voor iets, dat men niet verbruikt. Daartoe is te meer aan
leiding, omdat de ingezetenen ingevolge de verordening tot