128 23 FEBRUARI 1931. gebruik gedwongen worden. Het voorstel van den heer Haaiman wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 14 tegen 9 stemmen. Tegen: de heeren Van de Ven, Broos, Van Ooste rum, Brantjes, Esbach, Loonen, Van Mierlo, Cerutti, Van Noort, Kuijlaars, Van der Ven, Van Buitenen, Elich en Kroone. Voor: de heeren Me ij vis, Haaiman, Van Houten, Van Bedaf, Van Veen, Gruijs, Zijlmans, Cohen en Schrauwen. 47. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het voorstel van het raadslid H. J. van Houten, tot wijziging van art. 27 der verordening, regelende de voorwaarden voor levering van gas over den gewonen meter en over den muntmeter luidende als volgt „In de raadsvergadering van 20 December 1929 werd „door Uw lid den heer Van Houten mondeling voorge steld, in artikel 27 der verordening, regelende de voor gaarden voor de levering van gas (gemeenteblad no. 275) „in plaats van 240 M3 te lezen 156 M3, en verder in het zelfde artikel in plaats van 20 M3, 13 M3 per maand. „Naar aanleiding hiervan doen wij U opmerken, dat in „de raadsvergadering van 5 Januari j.l. is besloten, dat het „minimum-verbruik van gas over den gewonen meter over „een geheel jaar 240 M3 moet bedragen. De kosten aan rente, „afschrijving en onderhoud van de geheele muntgasinstallatie „worden lang niet gedekt door den cent, dien het muntgas „per M3 méér kost dan het over den gewonen meter gele gerde gas. Dit tekort te verhoogen door verlaging van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 128