140 23 FEBRUARI 1931. 2. het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid der steunregeling, te wijzigen en te brengen van f 18, op f 20,— per week. De VOORZITTER deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders zich met den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw hebben verstaan om deel te kunnen hebben aan de in de Rijkssteunregeling vervatte subsidi- eering. Toen dit prae-advies werd opgemaakt, was de correspondentie over die aangelegenheid nog gaande. Inmiddels is nu het antwoord van den Minister ingekomen, dat een goede basis vormt voor een nieuwe steunregeling. Deze nieuwe regeling moet aan de goedkeuring van den Raad worden onderworpen en zal morgen ter visie worden gelegd, zoodat zij nog in den loop van.de week kan wor den behandeld. Het is derhalve wenschelijk de behandeling van dit prae-advies uit te stellen totdat de Raad kennis heeft genomen van de nieuwe steunregeling en de daarop betrekking hebbende stukken. De heer MEIJVIS wil vóór alles de commissie van advies in zake arbeidsbemiddeling en werkloosheidsverzeke ring over de ontwerp-steunregeling hooren, desnoods met spoed. Spr. doet daartoe het voorstel. De VOORZITTER neemt aan, dat het voorstel van den heer Me ij vis de instemming van den geheelen Raad heeft. De heer VAN HOUTEN merkt op, dat het wenschelijk zal zijn, naast de nieuwe steunregeling een andere te hebben voor die categorieën werkloozen, welke niet onder de crisissteunregeling vallen. Spr. vraagt, of dat ook in de bedoeling van Burgemeester en Wethouders ligt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 140