X5 FEBRUARI 1931.
159
In antwoord op dit schrijven deelden Burgemeester en
Wethouders, bij schrijven van 17 juni 1930 het volgende
mede
Als antwoord op nevenaangehaald schrijven deelen wij
U mede, dat de voorgestelde wijzigingen van het Werklieden
reglement naar de Directies der lichtbedrijven en waterleiding
en openbare werken zijn gezonden om advies.
Zoodra de antwoorden hierop zijn ingekomen, zullen wij
nader onze houding bepalen.
(w.g.) VAN SONSBEECK, Burgemeester.
(w. g.) JONKERGOUW, Secretaris.
Tot zoover de gevoerde correspondentie. De vraag rijst
hier, wie zijn de oorzaak, dat het Georganiseerd Overleg
niet functioneert? Mijn inziens Burgemeester en Wethouders.
Had dit College voldoende zelfrespect, dan zou het wel
middelen weten te vinden om de verschillende directies tot
voortwerken te manen, of als deze directies inderdaad aan
hun plichten hebben voldaan en hun antwoorden hebben
ingezonden bij Burgemeester en Wethouders, dan kunnen
wij slechts constateeren, dat inderdaad mijn woorden welke
ik indertijd heb gebezigd in deze zaak, niet te scherp zijn
geweest.
Daarbij wil ik nog wijzen op de voorstellen, welke door
mij zijn ingediend in zake het Georganiseerd Overleg in de
vergadering van 29 Januari 1930 waarover natuurlijk nog
steeds geen prae-advies is uitgebracht.
Door dezen gang van zaken, welke ik onmogelijk kan
goedkeuren, acht ik mij verplicht, de voorstellen welke in
dertijd door den Nederlandschen Bond van Personeel en
Overheidsdienst bij Burgemeester en Wethouders zijn inge
diend, ongewijzigd bij den Raad in te dienen, met verzoek
om deze zoo spoedig mogelijk in het georganiseerd overleg
te behandelen.