160 %5 FEBRUARI 1931. Het wordt meer dan tijd, dat het georganiseerd overleg herschapen wordt in een instelling, die inderdaad blijk kan geven ook te zijn een Commissie van georganiseerd overleg. Wij vertrouwen, dat de Raad het groote nut van „overleg" zal inzien en met ons den eisch zal stellen aan dit College, om onverwijld over te gaan tot bijeenroeping der Com missie. Spr. doet daarop voorlezing van de bewuste voorstellen tot wijziging van het Werkliedenreglement. De VOORZITTER merkt op, dat hij den heer Van Houten niet heeft willen onderbreken, alhoewel daartoe wel reden was. Er is n.l. nog een soortgelijk adres als het voorgelezene, van den R. K. Bond „St. Paulus". Deze adressen zullen bij de wijziging van het Werkliedenreglement behandeld worden. Overigens moet Spr. opmerken, dat het geen kunst is om door anderen opgemaakte voorstellen voor te lezen. De heer VAN DE VEN vindt het een ongewonen toestand, dat een regeeringspartij tot de aanvallende partij wordt gemaakt, zooals thans het geval is. Er is geen woord van critiek op het beleid van Spr's. fractie geuit. Het spreekt vanzelf, dat het in die omstandigheden weinig zin heeft verantwoording af te leggen. Spr. betreurt dithet kruit was droog, de wapens gewet, kortom, zijn fractie was tot den aanval gereed. Nu ook hier, evenmin als in het Centraal Rapport, geen enkele daad der R. K. fractie gegispt wordt, de heer G r u ij s enkel heeft verwezen naar het door hem in vorige jaren gesprokene en ook de liberale fractie zich van critiek heeft onthouden, gaat er voor Spr. de animo af. De bekoring van den eersten aanval is weg. Nu zoowel de S.D.A.P.- als liberale fractie zich van het doen van opmerkingen hebben onthouden, zal Spr. hiertoe overgaan, alhoewel hij meent, dat gezegde fracties deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 160