168
25 FEBRUARI 1931.
verkiezingen werd beloofd. De burgerij heeft het recht om
dit te weten. Hetgeen hier na de verkiezingen moest gedaan
worden, werd grootendeels beheerscht door de annexatie.
Er was achterstand op het gebied van aanleg en verbe
tering der wegen, er moest meer dan voorheen aan sociale
verzorging worden gedaan, met name aanvolkshuisvesting,
steunverleening en werkverschaffing aan werkloozen, maat
regelen moesten worden genomen op het gebied van het
onderwijs, handels- en nijverheidsonderwijs daarin begrepen,
de uitkeeringen aan de buitengemeenten moesten worden
geregeld. De plaats gehad hebbende grenswijziging zou
alzoo in groote mate vorderen werkkracht en bekwaamheid
van Burgemeester en Wethouders en van het Gemeente
bestuur. Het was dus zaak goed te overwegen wie dat
bestuur zou voeren.
De richting welke een gemeentebestuur zal inslaan, wordt
bepaald door de richting der meerderheid in den Raad. De
verkiezingen hadden een zeer overwegende R.K. meerder
heid in den Raad gebracht en het stond alzoo vast, dat
Breda zou worden geregeerd volgens de beginselen der R.K.
Staatspartij. Vóórdien telde Breda veel liberalen of libera-
liseerenden, ook onder de Roomsch Katholieken.
De liberaliseerenden verdwenen, mede met behulp der
buitengemeenten. De R. K. raadsfractie telde vier partijen
tegenover zich, t.w. de S.D.A.P., de Vrijheidsbond, de Ce-
ruttie- en de H a alm a n partij. Slechts over deze laatste
wil ik iets zeggen. Bij de laatste verkiezingen heeft de
heer Haaiman zich los van de S.D.A.P. als candidaat op
geworpen. Hij heeft ook los van die partij in dezen Raad
zitting genomen. De heer Haaiman is echter naar de
S.D.A.P. overgegaan. Dat is zijn zaakdit zullen wij niet
laken. Hij had echter te gelijkertijd zijn zetel moeten be
schikbaar stellen ten behoeve der kiezers, die hem in dezen
Raad hadden gebracht. De heer Haaiman heeft dit na
gelaten, en dit strijdt met elk begrip van democratiede
S.D.A.P. had om dezelfde reden den heer Haaiman niet