25 FEBRUARI 1931. 169 mogen ontvangen. De Voorzitter heeft deze zaak, naar mijn meening, ook niet goed behandeld. Het reglement van orde voor de ver gaderingen van den Gemeenteraad is verouderdvroeger nam men persoonlijk plaats volgens leeftijd, doch daarna vol gens de partijen en binnen elke partij volgens leeftijd. Toen echter de brief van den heer Haaiman inkwam, met ver zoek om te mogen plaats nemen tussen de S.D.A.P. had de Voorzitter, omdat het hier een afwijking van een vasten regel betrof, dit verzoek moeten doorgeven a5n den Raad. Hiermede wil ik van deze zaak afstappen. De uitslag der verkiezingen bracht alzoo mede dat de R.K raadsfractie voor de richting van het gemeentebestuur verantwoordelijk zou zijn. De eerste daad was daartoe het benoemen van de drie R.K. Wethoudersdit werd van be paalde zijde afgekeurd, doch door ons verdedigd en wij verdedigen het nog op dezelfde wijze als vroeger. Niet te ontkennen valt, dat de wethouders veel invloed hebben op de te nemen beslissingen. Door de benoeming van de drie wethouders uit de R.K. fractie werd te kennen gegeven dat het bestuur onzer gemeente in zijn geheel door de R.K. beginselen zou worden beheerscht De vraag is nu Hebben wij gehoorzaamd aan den plicht ons door onze committenten opgelegd? Hebben wij gere geerd in overeenstemming met de beginselen der R.K. Staats partij Een van de beginselen in ons politiek program is, het handhaven van het gezag. Wij hebben dit gezag gehand haafd, M. de V., in het geneeskundig conflict, toen wij met inachtneming van alle mogelijke soepelheid vast hielden aan de bevoegdheid en den plicht van het gemeentebestuur tot regeling der volksgezondheid, en die taak niet overlieten aan een particuliere vereeniging van geneeskundigen als de afdeeling Breda van den Geneeskundigen Kring. Ook op andere wijze, M. de V., zijn wij als handhaafster van het gezag opgetreden, toen wij n.l. stemden voor een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 169