25 FEBRUARI 1931 177 en doet men dit niet, dan voert men m.i. een verkeerde politiek - kunnen de door de S.D.A.P. gedachte verlagingen der prijzen van gas, electriciteit en water, gerust worden aangenomen. De S.D.A.P. zou weinig doordachte en weinig zakelijke voorstellen doen, aldus de heer Van de Ven. Nu ben ik er trotsch op te verklaren, dat precies dezelfde, door de S.D.A.P. ingediende en als ondoordacht gewraakte voorstellen, eenigen tijd nadat ze werden afgestemd, door den Raad, op voorstel van Burgemeester en Wethouders, werden aangenomen. Het is alweer het oude thema onze voorstellen zijn goed, maar ze worden niet op het juiste tijdstip ingediend. Thans, Mijnheer de Voorzitter, wil ik nog iets zeggen over de kwestie, welke mij persoonlijk raakt. Het is niet juist, dat ik van meening zou zijn veranderddie meening is sinds 1919 nog precies dezelfde gebleven. Om persoon lijke redenen, Mijnheer de Voorzitter, ben ik uit het organisatorisch verband der S.D.A.P. getreden. De tijd heelt echter alles en dus ook dit, zoodat ik weer teruggekeerd ben tot de S.D.A.P. en broederlijk daarmede vereenigd. Bovendien, Mijnheer de Voorzitter, ben ik teruggekeerd met volle instemming van het bestuur der kiezers, die mij in deze raadzaal hebben gebracht. Ik begrijp daarom niet goed, waarom men van R. K. zijde hiertegen zooveel be zwaar maakt; de overgang van de R. K. Volkspartij naar de R. K. Staatspartij is toch eenzelfde geval. De R. K. raadsfractie van Breda heeft te dezen aanzien zeker geen recht van spreken, aangezien een lid van de S.D.A.P. is teruggekeerd tot de R. K. partij en op het oogenblik in haar midden in deze raadzaal zit. Mijnheer de Voorzitter, ik heb trouwens niets te maken met de R. K. raadsfractie, maar met de kiezers, die mij afvaardigden. Het R. K. Dag blad van Noordbrabant, waarvan een exemplaar hier voor mij ligt, Mijnheer de Voorzitter, drukt af mijn portret en plaatst er onder P. Haaiman, dissident sociaal-demo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 177