190 26 FEBRUARI 1931. onderwerpen, wanneer een algeheele herziening van het Werkliedenreglement op til is en waarvan het georganiseerd overleg een onderdeel uitmaakt. Dit geldt evenzeer voor de behandeling van het voorstel van den R. K. Bouwvak arbeidersbond om het z.g. stelsel der vacantiebons in te voeren, waarmede ook de Raad zijn instemming te kennen gaf. Beide onderwerpen zullen dan ook bij de behandeling van de herziening van het Werkliedenreglement in den Raad aan de orde komen. Daarop kan de heer Van Houten gerust zijn. Spr. wil nog even ingaan op de voorstelling van zaken, zooals die door den heer Van Houten gisteren is gegeven. Zijn betoog was dusdanig ingericht, dat men er uit kon concludeeren, dat zoowel patroons- als arbeidersbonden in de bouwvakken beter voor de belangen der bouwvak arbeiders zorgen dan de Gemeente. Spr. raadt den heer Van Houten aan, eens na te lezen hetgeen hij dienaan gaande zelf heeft gezegd in de vergadering van 15 Sep tember 1930. Daarin erkent de heer Van Houten zelf, dat de gemeente-arbeiders beter af zijn dan die in het particuliere bedrijf. Waarom trachtte hij dan gisteren de zaak anders voor te stellen? Zonder op de discussies over dit onderwerp vooruit te loopen, wil Spr. alvast dit wel zeggen, dat het z.g. bonnenstelsel, wanneer het wordt inge voerd, zal dienen te worden aanvaard voor alle in ge meentedienst werkende losse arbeiders, daar het niet aan gaat, losse arbeiders, die toevallig in een bouwvakarbeiders bond zijn georganiseerd, in een uitzonderingspositie te plaatsen tegenover de anderen. Dit zal ook de heer Van Houten wel begrijpen. Thans wil Spr. iets over de herziening van het Werk liedenreglement zelf zeggen. Op de eerste plaats ontgaat het hem, waarom de heer Van Houten het noodig vond, om gisteren den Raad en zichzelf te vermoeien met het voorlezen van alle wijzigingen, welke de Moderne Bond van Overheidspersoneel in het Werkliedenreglement voorstelt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 190