26 FEBRUARI 1931. 207 zaam tempo is gewerkt. Spr. noemt dan op volkshuisves ting, bestrating en rioleering der Bloemenbuurt en Markkade, werkverschaffing en werkverruiming, zweminrichting en het op het uitbreidingsplan voorkomend sportpark. Naar mate de macht der S.D.A.P. grooter wordt, zal echter, volgens Spr., onder haar invloed dit tempo versnellen. Wethouder Van Buitenen heeft opgemerkt, dat er zooveel belangstelling voor diens persoonlijkheid heeft bestaan. Spr. zegt dat die belangstelling niet zoozeer den persoon van den heer Van Buitenen gold dan wel diens wethouders ambt, waarmede de belangen van Breda gepaard gaan. Daarom werd door Spr.'s. fractie op een vierden wethouder aangestuurd. Naar aanleiding van de door den Voorzitter gegeven ver klaring betreffende de late indiening dezer begrooting, geeft Spr. den raad, voortaan in Juni de noodige gegevens aan de inspectie der belastingen te verzoeken. Waarschijnlijk zullen deze dan in September wel zijn ingekomen. Komende tot den aanval van den heer Kroone op de gestie der S.D.A.P. in 1923, zegt Spr. het navolgende Mijnheer de Voorzitter De heer Kroone heeft geprobeerd een aanval in „groo- ten stijl" te ondernemen op de gestie der S.D.A.P. voor de verkiezingen in 1923. In hoeverre het zin en nut heeft een dergelijken aanval bij deze gelegenheid te doen, laat ik ge heel voor rekening van den heer Kroone en zijn par- tijgenooten, die daarmede instemmen. Wat ik echter wel wil zeggen is dit, dat uit het voorgelezene even duidelijk en afdoende gebleken is, dat de bekwaamheid van onzen partijgenoot onaangetast is gelaten en dat er geen verschil in beginselkwestie bestond, terwijl alle verwijdering het gevolg was van uitsluitend persoonlijke zaken. Daarenboven heeft de uitslag van de verkiezingen van 1923 afdoende bewezen, dat de heer Haaiman ook toen door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 207