I
V4.,.»
208 26 FEBRUARI 1931.
de kiezers als een volwaardig sociaal-democraat is aange
merkt.
Wij hebben geen behoefte oude koeien uit den sloot te
halen en zijn gewend onze vuile wasch binnenshuis te be
handelen, maar wij ontzeggen aan wie ook, maar zeker aan
een der leden van de R. K. raadsfractie het recht om over
ons doen en laten binnen onze partij te schoolmeesteren.
Wij erkennen geen ander gezag, zoo min op geestelijk
als wereldlijk gebied dan datgene, wat door ons zelf is
ingesteld op grond van ons eigen Sociaal-Democratische
beginselen. Wie zich daaraan niet wenscht te onderwerpen,
treedt uit de partij, tot tijd en wijle hij is teruggekomen
van de dwalingen zijns weegs, waarna hij weder als vol
waardig partijgenoot wordt aangemerkt. De partij zal uit
maken, wie tot haar leden zullen behoorenniet de R. K.
raadsfractie van Breda, nog haar woordvoerder, de heer
Van de Ven, zal uitmaken, of de heer Haaiman terecht
of ten onrechte een andere stoel in dezen Raad heeft in
genomen, nadat hij weder in de gelederen der Sociaal-De
mocratische - Arbeiders - Partij was teruggekeerd, maar de
kiezers van 1931 zullen daarover besluiten en wij twijfelen
niet, of deze beslissing zal den heeren der overzijde niet
meevallen, na alles wat zij in de achter ons liggende periode
zoogenaamd gedaan hebben, maar zeker na alles wat, dank
zij hun tegenwerking, nagelaten is.
De heer CERUTTI zegt, dat sedert de politiek haar in
trede heeft gedaan in de raadzaal, het gewoonte is gewor
den, dat enkele partijen elkaar bekampen. De heer Van
de Ven heeft zeer terecht in den heer Haaiman gelaakt,
dat hij bij het terugkeeren naar de S.D.A.P., zijn mandaat
niet heeft neergelegd om aldus de partij, waarvoor hij in dezen
Raad zitting had, in de gelegenheid te stellen een nieuwen
vertegenwoordiger aan te wijzen. Toen de heer Haaiman
uit de S.D.A.P. is getreden, heeft Spr. er ook opgewezen,
dat als eerlijk politiek persoon de heer Haaiman de ver-