26 FEBRUARI 1931.
209
plichting had zijn zetel ter beschikking van die partij te
stellen.
Spr. laakt het echter ook in den heer Kroone, dat hij
hier verkiezingspamfletten heeft voorgelezen en oude koeien
uit de sloot heeft gehaald. Spr. wil daarom ook eens een
oude koe ophalen.
In 1923 werden de heeren Mr. Pels ter en Moll tot
wethouder gekozen. Bij herhaalde stemming kreeg de heer
Haaiman 7 stemmen voor het wethouderschap, zoodat er
ook noodwendig R. K. raadsleden op hem moeten hebben
gestemd. Het lot is den heer Haaiman toen ongunstig
geweest, anders was hij toendertijd tot wethouder van Breda
gekozen met medewerking van R. K. raadsleden.
De heer VAN HOUTEN merkt op, dat het door hem
ten aanzien van de vacantiebons gezegde den heer Van
Buitenen gegriefd heeft. In de vergadering van 15 Sep
tember 1930 trachtte de heer Van Buitenen den indruk
te wekken, dat de betrokken hoofdbestuurder zich met de
geldende arbeidsvoorwaarden van de gemeentewerklieden
zou hebben vereenigd. Als beleediging heeft Spr. zijn
opmerking allerminst bedoeld. Zijn fractie heeft in gemelde
raadsvergadering dien indruk gekregen en hij heeft zich
daarop onmiddellijk tot het hoofdbestuur van den Ned.
R. K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph" gewend,
waarvan de door hem voorgelezen correspondentie het
resultaat was. Op 15 September 1930 is gezegd, dat de
invoering van het vacantie-bonnenstelsel gepaard moest
gaan met een wijziging van het Werkliedenreglement. Met
een compromis-voorstel van den heer Broos heeft Spr.'s
fractie zich vereenigd.
Spr. hoopt, dat thans spoedig aan de wenschen van de
bouwvakarbeiders zal worden voldaan. Er zijn nog tal van
losse arbeiders, die, nadat zij enkele weken in gemeente
dienst gewerkt hebben, worden ontslagen en daarna over
gaan naar het particulier bedrijf. Die arbeiders zijn te kort