26 FEBRUARI 1931. 211 loozen geen cent steun krijgen. Spr. vraagt zich dan af, of de Sociaal-Democraten niet oneindig veel Christelijker zijn, die voor de minsten der minderen wat willen doen. Noemt de heer Van de Ven het Christelijk, dat in de R. K. dorpen geen cent aan ondersteuning wordt uitgege ven? Spr. sluit met de verklaring, dat de R. K. Staatspartij alleen tot uitvoeren bereid is, indien zij gedreven wordt door de zweep der Sociaal-Democraten. De heer VAN DE VEN verheugt er zich over, dat hij door zijn betoog de tongen heeft losgekregen. Wat de kwestie-Ha al man betreft, wil Spr. opmerken, dat zijn fractie daarmede niets te maken heefthet kan haar niets schelen, of de heer Haaiman S.D.A.P.-er is of niet. Het gaat Spr. alleen om de vraag, of de heer Haaiman gedaan heeft, wat hij aan zijn kiezers had beloofd. En dan moet Spr. deze vraag ontkennend beantwoorden. De heer Haaiman zit in deze raadzaal namens een andere partij dan die der Sociaal-Democratenhij zou dan ook demo cratischer hebben gehandeld, indien hij zijn zetel ter beschikking van zijn kiezers had gesteld. De heer Cerutti heeft gezegd, dat de heer Haaiman eens aan het randje van het wethouderschap heeft gestaan, zulks met behulp van R. K. raadsleden. Dat was, volgens Spr., onder geheel andere omstandigheden dan de tegen woordige. Verandert die toestand, zoodat de R. K. de kleinst mogelijke meerderheid in den Raad vormen en er voor hen dus geen kans is om behoorlijk te regeeren dan met behulp van een andere partij, dan zullen de R. K. die hulp aanvaarden. Aangezien zulks thans niet het geval is, is er geen reden iemand van een andere fractie tot wet houder' te verkiezen. Spr. blijft overigens ten aanzien van de kwestie-Ha al man van meening, dat de Voorzitter beter had gedaan met den betrokken brief in den Raad te brengen. Vervolgens wil Spr., naar aanleiding van het door den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 211