224 26 FEBRUARI 1931. de orde de voortzetting der behandeling van de gemeente- begrooting en van de begrootingen van diverse takken van dienst voor het jaar 1931. DIVERSE BEGROOTINGEN. Brandweer. De heer MEIJVIS zegt, dat een door hem gestelde vraag in het Centraal Rapport niet juist is weergegeven. Spr. heeft gevraagd, of de Belcrumpolder en de daar aanwezige fabrieken wel afdoende tegen brandgevaar zijn beveiligd. De gebeurtenissen van den Iaatsten tijd doen Spr. meenen van niet. De VOORZITTER geeft toe, dat deze vraag alleszins gerechtvaardigd is, maar wijst erop, dat bedoelde fabrieken niet in den Belcrumpolder liggen, doch aan de Markkade. Bij de brand van de Suikerfabriek, welke goed bestreden is, .heeft men gezien, dat de brandweer daar spoedig ter plaatse is opgetreden, zoodat ongerustheid niet noodig is. Voorts is er, naar Spr. meent, een slangenwagen geplaatst in het café van den heer Sol. Overigens stellen Burge meester en Wethouders zich voor, het eerlang in den Belcrumpolder te bouwen politieposthuis zooveel mogelijk aan de brandweer dienstbaar te maken. De heer LOON EN vraagt, of de betaling van de brandwachten door particulieren volgens een uniform tarief geschiedt. DE VOORZITTER beantwoordt deze vraag bevestigend, zeggende dat een vast bedrag voor elk uur dienstdoen moet worden betaald.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 224