234
26 FEBRUARI 1931.
De heer VAN VEEN vraagt, of Burgemeester en Wet
houders al nadere inlichtingen kunnen geven over het aan
tal boomen en de soorten, welke voor de singels zijn bestemd.
Wat het visschen in den vijver van het Wilhelminapark
betreft, is Spr. een andere meening toegedaan dan de heer
M e ij v i s. Geeft men aan ieder verlof tot visschen, dan
worden de taluds en de bed anting spoedig geheel vernield
en krijgt de politie handen vol werk. Daarom acht Spr.
het beter om aan niemand permissie te geven.
Wethouder ESBACH antwoordt den heer Zijlmans, dat
de boekhouding aangaande de werkverschaffing op de heide
natuurlijk is opgezet met de bedoeling de financieele resul
taten ervan vast te stellen en deze te zijner tijd ter kennis
te brengen van den Raad. Den heer Van Veen antwoordt
Spr., dat het aantal boomen berekend kan worden, zonder
dat het wegprofiel geheel vaststaat. Als men namelijk de
lengte der singels op de kaart uitmeet en een gemiddelden
boomafstand aanneemt, kan men er het aantal boomen uit
afleiden. Of het een beplanting met één of meer rijen boo-
zal zijn, kan wel met voldoende zekerheid zonder wegprofiel
worden aangenomen.
De VOORZITTER merkt op, dat de Gemeente in eigen
kweekerij een mooie collectie jonge boomen heeft, welke
echter, vóórdat zij op de singels kunnen worden geplant,
nog wat moeten groeien. Gaarne zegt Spr. toe, dat een
eventueel algemeen voorstel betreffende de singelbeplanting
den Raad tijdig genoeg zal bereiken om het rustig te kun
nen bestudeeren. Het ligt in de bedoeling, verschillende
boomsoorten te gebruiken.
De algemeene beschouwingen over deze be
grooting worden hierop gesloten, waarop wordt
overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling.