236 26 FEBRUARI 1931. andere gemeenten alleen opgaat, als men het aantal H.A. grond, dat onder Beplantingen ressorteert, vergelijkt. De heer HA ALM AN verklaart zich uitdrukkelijk tegen een incidenteele salarisherziening als hier wordt voorgesteld. De geheele salarisregeling komt daarmede in gevaar en er zullen weer nieuwe plooien zijn glad te strijken. Spr. wil liever een gunstiger gelegenheid afwachten. De heer LOONEN oppert het denkbeeld, of niet door het toekennen van een gratificatie voor de bijzondere werk zaamheden op de Vrachelsche Heide, aan het voorstel van den heer Zijlmans ware tegemoet te komen. De heer MOLL acht den Directeur van Beplantingen zeer bekwaam en zal ook gaarne het voorstel-Zij 1 mans steunen. De heer VAN VEEN brengt nog even onder de aandacht, dat de opmerking, als zou de salarisherziening thans inci denteel zijn, niet juist is. De zaak is in het rapport der Salariscommissie reeds ter sprake gebracht. Spr. is van meening, dat het hier betreft een plooi gladstrijken, in plaats van nieuwe plooien leggen. Ook is onjuist het argu ment, dat men, als de Directeur eventueel naar elders ver trekt, met een te hoog salaris zou blijven zitten. Bij even tueel vertrek van den Directeur moet men een ander benoemen met even groote bekwaamheid, dus ook op een zelfde salaris. De VOORZITTER merkt op, dat het niet juist is den persoon van den Directeur in het debat te brengen. Dat de parken er mooi uitzien, verheugt ook Spr., maar dit is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 236