240 26 FEBRUARI 1931. kan men daarmede in den zomer nog een paar menschen iets laten verdienen. Den heer Kroone antwoordt Spr., dat Burgemeester en Wethouders een bedrag van f 5000.— evenals verleden jaar voldoende achten. Niemand zal kunnen beweren, dat de beplanting er het vorige jaar niet goed uitzag. Voor werkverschaffing komt uitbreiding van de beplanting niet in aanmerking. Bovendien is er voor losse en vaste werklieden samen reeds meer geraamd dan in 1929 werd uitgegeven. De heer KROONE blijft bij zijn meening, dat, met het oog op de werkloosheid, de post op f 6000.behoort te worden gesteld. De VOORZITTER zegt, dat men thans twee zaken met elkaar verwart, n.l. de werkverschaffing en de beplantingen. De uitgetrokken post ad f 5000.achten Burgemeester en Wethouders noodig en voldoende voor de beplantingen. Voor werkverschaffing zijn andere posten in de begrooting opgenomen. Wethouder ESBACH, den heer Kuijlaars beantwoor dende, zegt, dat het de bedoeling is, de nieuwe kweekerij in hoofdzaak met vast personeel aan te leggen. Voor zoover noodzakelijk, zal het tijdelijk met los personeel kunnen wor den aangevuld. De heer MEIJVIS verzoekt, zooveel mogelijk strijd met het Werkliedenreglement te vermijden. Na de toelichting van den Wethouder zal Spr. zich niet tegen het loon van f 18.verzetten, maar waarschuwt er tegen, deze regeling niet op andere bedrijven te gaan toepassen. Het lijkt hem beter voor gevallen als deze, een aparte regeling in het leven te roepen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 240