26 FEBRUARI 1931. 247 vermogenden worden geraamd. Zijn daaronder ook begre pen de kosten van volgkoetsen Spr. acht zulks wensche- lijk. De heer SCHRAUWEN toont de noodzakelijkheid van krachtige woekerbestrijding aan door een voorbeeld uit de practijk te geven, waarbij voor het leenen van een klein bedrag een rente van 10% per week werd gevraagd. Spr. hecht niet aan een verandering van naam, zooals de heer Van Houten. De wijze, waarop het tegenwoordige Burgerlijk Armbestuur zijn taak vervult, is zeer bevredigend. Wie thans een voorschot op een pensioenacte wenscht op te nemen kan geholpen worden, n.l. bij elk van de drie spaarbanken in Breda, daarvoor is dus geen speciale ge meentelijke dienst noodig. Spr. zal zich niet verzetten tegen een commissie van onderzoek, als door den heer Van Hou ten gevraagd, doch verwacht er niet veel van. De heer KROONE heeft evenals vorige Sprekers niets dan lof voor het Burgerlijk Armbestuur. Toch zou ook Spr., vooral met het oog op de eigenaardige tijdsomstandigheden, liever zien, dat dit werd omgezet in een Dienst voor Maat schappelijk Hulpbetoon. Spr. heeft eenigen tijd geleden bij den Rentmeester eenige gegevens omtrent die omzetting gedeponeerd en verzoekt Burgemeester en Wethouders daarvan eens kennis te nemen. Twee jaar geleden heeft Spr. gezegd niet veel voor omzetting te voelen, doch de tijden zijn voorbij, waarin alleen armen bij het Burgerlijk Armbestuur aanklopten. Spr. heeft zijn meening te dien opzichte dan ook gewijzigd. De heer MEIJVIS herinnert eraan, dat zijn fractie al eer der een voorstel heeft gedaan tot instellen van een Com missie voor de woekerbestrijding. Toen is er gezegd, dat men de resultaten van de bestaande commissie diende af te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 247