b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht d. dat de luchttoetreding tot de woonvertrekken in overeenstemming worde gebracht met de bepalingen van paragraaf 10 der Bouwverordening 24 5 JANUARI 1931 c. dat de te bouwen kokerij nimmer geheel of gedeel telijk als woning worde ingericht of gebruikt e. dat, ter voldoening aan artikel 5 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethou ders ter goedkeuring worden aangeboden dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteeke- ning van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet voldoen aan één dezer voorwaarden de verleende ontheffing vervalt. 14. Schrijven van de Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs, daarbij in overweging gevende om op hygiënische gronden terug te komen op het raadsbesluit van 10 December 1930, tot beschikbaarstelling van een terrein aan de Lunetstraat voor schoolbouw. De VOORZITTER deelt mede, dat het college van Burgemeester en Wethouders in dit schrijven geen aanlei ding heeft kunnen vinden om in deze van opinie te ver anderen. De Commissie geeft voor haar voorstel geen voldoende motiveering aan. Spr. geeft derhalve in over weging, het schrijven voor kennisgeving aan te nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 24