258
26 FEBRUARI 1931.
heeft de heer Haaiman bij het aanbieden van de reke
ning 1926 een schriftelijk betoog ingediend om f 25.000.—
te reserveeren voor het electriciteitsbedrijf en ook na die
reserveering werden de begrootingen nog met ruim f 50.000
overschreden, maar de Raad heeft toen zonder hoofde
lijke stemming volgens het voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloten en nadien evenzoo.
Alleen is onlangs (in de vergadering van 10 Dec. 1930) bij het
vaststellen van de rekening 1929 van het electriciteitsbedrijf
door den heer Haaiman de vraag gesteld, waarom van de
rond f 55.000 overwinst niet f 25.000 gereserveerd werd,
evenals het vorig jaar, maar toen de heer Haaiman o.a.
vernomen had van den Wethouder van financiën, dat de
de uitkomsten der gemeenterekening dat niet wenschelijk
maakten, verklaarde de heer Haaiman, dat hij het antwoord
gekregen had, dat hij wenschte en er zich bij neer kon
leggen.
Bij die gelegenheid heeft de heer Haaiman dus ook
het verband met de gemeentefinanciën niet uit het oog
verloren.
Spr. meent, dat de gang van zaken bij dit bedrijf alleszins
reden tot tevredenheid geeft, en hoopt, dat ondanks de
malaise, de toestand zoo gunstig zal blijven.
De heer VAN DER VEN, merkt nog het volgende op
De heer Es bach, Mijnheer de Voorzitter, zegt, dat het
grootste aantal van deze woningen eigendom van de bewoners
is, maar deze meening kan ik niet deelen, wanneer ik de
straten overzie, waar deze woningen staan. De kosten voor
het aanleggen van dezen kabel, zijnde f 16.500. bedragen
slechts 7,o van de winst, die op het Electriciteitsbedrijf
is gemaakt. Nu weet ik wel, dat alles niet behoeft en kan
worden afgelost in een jaar, maar wanneer ik zie, dat de
bewoners van den St. Joseph-bouw iedere maand 50 cent
installatiehuur betalen en de aflossing voor deze installatie
is bepaald op 40 jaar, dan worden deze huurinstallaties