26 FEBRUARI 1931
265
De VOORZITTER meent, dat het goed zal zijn eerst
de practijk eens af te wachten.
De heer ZIJLMANS is de meening toegedaan, dat
men de situatie nu wel kan overziende afsluiting duurt
ca al ongeveer zes maanden.
Wethouder ESBACH verwijst naar het Antwoord van
Burgemeester en Wethouders op het Centraal Rapport.
Daar de heer Z ij 1 m a n s niet ter plaatse is geweest er
heeft zich althans niemand ter bezichtiging van het terrein
aangemeld bij het bedrijf kan hij er bezwaarlijk juist
over oordeelen. De Directeur heeft Spr. een lijstje gegeven
van de materialen, welke er liggen opgeslagen. Het zal
vermoedelijk niet op prijs worden gesteld, uitvoerig te
vernemen, wat er zoo al ligt, maar het gewicht gaat ver
boven de 200.000 K.G. Bovendien zou de thans onder
handen zijnde ovenherstelling toch de afsluiting hebben
gevorderd. Overigens hebben Burgemeester en Wethouders
geen gegronde klachten van het publiek bereikt.
De heer ZIJLMANS heeft wel klachten gehoord, n.l.
van de Kwattafabriek, welke met de afsluiting zeer gedupeerd
schijnt. Spr. is niet op het terrein geweesthij heeft buiten
gekeken, maar goed gezien, wat er zoo al lag, waardoor hij
in de overtuiging is gesterkt, dat de afsluiting niet dringend
noodig was.
v" De heer HAALMAN herinnert eraan, eenige jaren
geleden te hebben geïnterpelleerd over de cokespolitiek.
Sindsdien is er nog niets veranderd. De prijs wordt stelsel
matig zoo hoog gehouden, dat men later gedwongen is,
door gebrek aan opslagruimte de voorraden tegen elk bod
van de hand te doen. Waarom stelt men degenen, die het
bedrijf helpen instandhouden, de verbruikers, niet in de