266
26 FEBRUARI 1931.
gelegenheid 's zomers tegen gereduceerden prijs cokes als
wintervoorraad op te slaan? Ook dit jaar is de prijs weer
veel te hoog gehouden, zoodat de voorraden te groot zijn
geworden. Spr. acht het juister, de prijzen vóór dan na den
winter te verlagen, en wil met dit systeem een proef geno
men zien. Mislukt deze, dan is het Gemeentebestuur
tenminste verantwoord.
De heer VAN VEEN heeft nagegaan, hoeveel cokes
naar buiten is verkocht. Dit blijkt te zijn 66.000 H.L.
tegen een gemiddelden prijs van 44 cent per H.L. Spr.
vindt dit nogal een redelijken prijs. Toch komt het hem
voor, dat aan het verzoek van den heer Haaiman tegemoet
kan worden gekomen door gedurende korten tijd in den
zomer cokes tegen een dergelijken lagen prijs voor de
burgerij beschikbaar te stellen. Men is dan in de gelegenheid
zijn wintervoorraad op te doen. Spr. maakt zich over deze
proef echter geen illusies.
Vervolgens zegt hij van meening te zijn, dat het gas in
Breda slecht is. De calorische benedenwaarde bedraagt
hoogstens 3700. Het antwoord van Burgemeester en Wet
houders op zijn opmerking in het Centraal Rapport bevredigt
hem geenszins, omdat het om de zaak heen draait. Een
feit is het, dat de verbruikers geen waar voor hun geld
krijgen.
Wethouder ESBAGH zet uiteen, dat bij de beschouwing
der verkoopsprijzen van cokes onderscheid gemaakt moet
worden tusschen verkoop in het groot en detailverkoop,
dus niet tusschen verkoop naar buiten en verkoop ter
plaatse. Dat voor den verkoop in het groot lager prijzen
worden gemaakt, is een algemeen commercieel en logisch
gebruik, dat we ook bij den verkoop van gas, water en
electriciteit toepassen en dat ook de heer Haaiman in
zijn zaken wel zal toepassen en ondervinden. Er wordt