268
26 FEBRUARI 1931.
de moderne kamerovens. Het rendement is nu zeer toege
nomen, zoodat men veel economischer produceert dan
voorheen, wat den verbruikers natuurlijk ten goede komt.
Reden voor verandering is er dus niet.
De heer HAALMAN betoogt, dat het succes van een
cokesprijsverlaging niet afhangt van de verlaging alleen, maar
mede van het tijdstip, waarop die verlaging wordt bekend
gemaakt. Spr. verklaart, niet te hebben willen zeggen, dat
de cokesprijs hier te hoog is in vergelijking met andere ge
meenten, doch wel te hoog voor Breda. Dat aan cokes
hier geen behoefte zou bestaan, kan Spr. niet aannemen
de cijfers spreken dit trouwens tegen. Het beste acht hij
het, de verlaagde prijzen te doen gelden voor de maanden
September en October.
De heer VAN VEEN zegt, dat er in de oorlogsjaren mis
schien reden was om de calorische waarde van het gas lager
te stellen.
In het geheel blijkt de calorische waarde zelfs 20 te
zijn achteruitgegaan. Het is echter onjuist, daarmede thans
nog door te gaan. Over de calorische waarde van andere
fabrieken heeft Spr. niets gezegd. Zijn bedoeling is uit
sluitend erop te wijzen, dat de Gasfabriek goede waar moet
afleveren, indien ze haar debiet wil handhaven. Dit toch
is, in calorieën uitgedrukt, allerminst bevredigend, zooals hij
bij gelegenheid van het voorstel tot ovenbouw uitvoerig
heeft uiteengezet.
Wethouder ESBACH licht nogmaals toe, dat de cokes
verkoop in hooge mate afhankelijk is van het weer, niet van
den prijs. Er is in Breda zeer zeker behoefte aan cokes,
maar die behoefte is beperkt. Verlaagt men den prijs, dan
krijgt men alleen een verminderde ontvangst, geen grooteren
omzetdat is reeds gebleken.