26 5 JANUARI 1931 De heer HAALMAN merkt op, dat de mededeeling van den Voorzitter geen inzicht geeft in de kwestie zelve. Er is, zelfs met het meest mogelijke optimisme, niet uit op te maken, dat het terrein van de Gemeente-Reiniging spoedig zal worden verplaatst. Spr. moet daarom persisteeren bij zijn verzoek om alsnog den inspecteur van de Volksgezond heid in de zaak te kennenhij wil de Gemeente op die manier het halen van een strop besparen. De heer VAN VEEN zal niet trachten op een eenmaal genomen beslissing terug te komende zaak is de vorige maal ampel besproken en het heeft derhalve weinig nut de discussies daarover te heropenen. Spr. wil echter een woord van waardeering uitspreken aan het adres van de Commissie van toezicht op het lager onderwijs, omdat zij alsnog haar meening over deze zaak heeft kenbaar gemaakt. De heer BRANTJES is van meening, dat het niet tot de taak der Commissie van toezicht behoort om zich in deze kwestie te mengen. Men behoeft haar daarvoor dus geen pluim op den hoed te steken. De VOORZITTER stelt namens Burgemeester en Wet houders voor, het schrijven der Commissie voor kennisgeving aan te nemen. Zonder verdere bedenking wordt daartoe besloten. 15. Adres van de Vereeniging „Breda Vooruit", verzoekende het bedrag der haar toegekende subsidie te willen verhoogen, met prae-advies van Burgemeester en Wethouders, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 26