272
27 FEBRUARI 1931.
voor het jaar 1931, te beginnen met de begrooting van het
W aterleidingbedrij f.
Waterleiding bedrijf.
De heer HAALMAN is van meening, dat het bedrag,
geraamd onder volgnr. 1 der baten, te laag gesteld is. De
toelichting tot dezen post geeft aan, dat het verbruik per
M3 in den loop van 1930 is toegenomen. Spr. komt het
dan ook onlogisch voor, dat het verbruik voor 1931 is ge
raamd op een minder verbruik dan voor 1929. Men had
z.i. veilig méér kunnen ramen. Spr. stelt voor, post 1 der
ontvangsten te verhoogen met f 10.000.en deze som te
bestemmen voor de reserve. Daardoor wenscht Spr. met
een vastgelegd te zien, dat eventueele overwinst ook voor
de reserve zal worden bestemd. Mocht aan het einde van
het dienstjaar blijken, dat het geraamde winstcijfer niet is
bereikt kunnen worden, dan kan de Raad bij het vaststellen
van de bedrijfsrekening het oude ramingscijfer altijd nog her
stellen.
De VOORZITTER meent te weten, dat de Gascommissie
een andere meening is toegedaan.
Wethouder ESBAGH had het juister gevonden, indien
de heer Haaiman met dit voorstel bij de besprekingen in
de Afdeeling was voor den dag gekomen en het vol
doende met cijfers had toegelicht. Het verbruik is nauw
keurig geraamd en geeft ook wel degelijk een toeneming
aan ten opzichte van de vorige jaren. Dat desniettegen
staande de opbrengst iets lager is geraamd dan de inkom
sten van 1929 komt omdat de post „Reductie Grootver
bruikers" nu zooveel hooger is. Verscheidene grootverbruikers
hebben n.l. den laatsten tijd na afloop van hun contract