27 FEBRUARI 1931. 275 gaanmaar dit kan toch nooit een juist argument zijn. Spr. blijft van meening, dat men het bedrijf als geheel zelfstandig moet beschouwen, dus los van de Gemeente, en houdt vol, dat de boekhouding zuiverder is, als men voor buizenrecht een post, al is het ook maar van b.v. f 1,— op de begrooting uittrekt. Niemand der leden overigens het woord verlan gende wordt de begrooting van het Waterleiding bedrijf alsnu zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. De begrooting van den Warenkeuringsdienst wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. cVleeschkeuringsdienst~Openbaar Slachthuis. De heer HAALMAN zegt, bij het bestudeeren van deze begrooting eenige merkwaardige ontdekkingen te hebben gedaan. Spr. begint met te herinneren aan wat hij indertijd, n.l. bij de oprichting van het Slachthuis, gezegd heeft over het verhuren van vriesruimten. Hiervoor was toen uitgetrok ken een ontvangpost van f 2000, Thans is voor denzelfden post niets uitgetrokken, zelfs geen memoriepost, zoodat volkomen bewaarheid is geworden, wat Spr. heeft voorspeld, n.l. dat voor de vriesruimten geen gegadigden zouden zijn te vinden en dat het bedrag van f 2000,— slechts in de fantasie van Ir. Mink zou blijken te bestaan. Hoe staat het nu, vraagt Spr., met de exploitatie van het Slachthuis? Deze begrooting wijst geen tekort aan, zoodat verwacht mag worden, dat de exploitatie sluitend zal zijn te maken. Toch meent Spr. zich niet van eenige op- en aan merkingen te mogen onthouden. Hij is er namelijk van overtuigd, dat de opzet niet zal slagen, als men doorgaat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 275