27 FEBRUARI 1931. 281 Eenige weken na de inwerkingstelling van het Slachthuis heeft de Directeur reeds een wijziging van de verordening aanhangig gemaakt en gezegd, dat hij bij de tegenwoordige regeling (zonder sleutel) geen verantwoording kon dragen. Deze opmerking acht Spr. hoogst ongepast, omdat de Di recteur zich te allen tijde van den gang van zaken in de koelcellen op de hoogte kan stellen door den huurder te gelasten de cel voor hem te openen. De heer ZIJLMANS is het eens met den heer Kuijlaars, dat de Gemeente in het bezit zijnde van een werkelijk up to date ingericht slachthuis, nu ook alles in het werk moet stellen, om den opzet te doen slagen. Met leedwezen heeft Spr. echter uit de debatten vernomen, dat er aan de samenwer king tusschen gebruikers en Directie nog wel een en ander ontbreekt. Dit is niet in het algemeen belang van het Slachthuis. Spr. is van meening, dat soepelheid ten aanzien van de gebruikers een eerste eisch is. De heer ELICH zegt het volgende Mijn meening omtrent het in het bezit hebben van de sleutels der koelcellen heeft door de naar voren gebrachte argumenten van den Directeur een wijziging ondergaan. Niet dat ik de bezwaren zoo direct van ernstigen aard acht, doch, om erger te voorkomen, ben ik thans van meening, dat het toch gewenscht is de Directie de beschikking over de sleutels te geven te meer kan ik mij hiermede vereenigen, nu de slagers zelve daartegen ook geen bezwaar meer blijken te hebben. Wat de kwestie betreft, die ontstaan is tusschen den Di recteur en één der buitenslagers, kan ik ook geen oordeel vellen, daar ik tot op heden de zaak maar van één kant gehoord heb. Ik hoop daarom er bij gelegenheid nader over te worden ingelicht. De heer KROONE zou gaarne van Burgemeester en Wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 281